Voorbeeld 1: Vind de eenvoudige breukdeling van 3/5 ÷ 2/5.
Oplossing: Reciporcaal van de tweede breuk, oftewel 5/2
Vermenigvuldig de eerste breuk naar omgekeerd, dat wil zeggen 3/5 × 5/2 = 3/2
Eenvoudige breukdeling van
3/5 ÷ 2/5 = 3/2.
Voorbeeld 2: Vind de eenvoudige breukdeling van 13/6 ÷ 4/7.
Oplossing: Reciporcaal van de tweede breuk, dat wil zeggen 7/4
Vermenigvuldig de eerste breuk met een omgekeerde breuk, dat wil zeggen 13/6 × 7/4 = 91/24
Eenvoudige breukdeling van
13/6 ÷ 4/7 = 91/24.
Voorbeeld 3: Vind de eenvoudige breukdeling van 18/7 ÷ 12/9.
Oplossing: Reciporcaal van de tweede breuk, dat wil zeggen 9/12
Vermenigvuldig de eerste breuk met een omgekeerde breuk, dat wil zeggen 18/7 × 9/12 = 27/14
Eenvoudige breukdeling van
18/7 ÷ 12/9 = 27 /14.
Voorbeeld 4: Vind de eenvoudige breukdeling van 13/10 ÷ 5/7.
Oplossing: Reciporcal van de tweede breuk, dat wil zeggen 7/5
Vermenigvuldig de eerste breuk met een omgekeerde breuk, dat wil zeggen 13/10 × 7/5 = 91/50
Eenvoudige breukdeling van
13/10 ÷ 5/7 = 91/50.
Voorbeeld 5: Vind de eenvoudige breukdeling van 9/12 ÷ 12/15.
Oplossing: het omgekeerde van tweede breuk, dwz 15/12
Vermenigvuldig de eerste breuk met een omgekeerde breuk, dwz 9/12 × 15/12 = 15/16
Eenvoudige breukdeling van
9/12 ÷ 12/15 = 16/15.